Help mee bij LOB

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding van uw kind(eren)

De vijf loopbaancompetenties

In deze tijd waarin werk verandert en loopbanen onzeker zijn, hebben jongeren aan een goede keuze van een studie en/of beroep niet genoeg. LOB moet de leerling in staat stellen om met behulp van het ontwikkelen van loopbaancompetenties sturing te geven aan zijn eigen loopbaan, nu en in de toekomst. Het ontwikkelen van loopbaancompetenties vindt zowel binnen als buiten school plaats. Met name door actief deel te nemen aan verschillende activiteiten worden de competities ontwikkeld. U als ouder kunt uw zoon/dochter ondersteunen bij het ontwikkelen van de loopbaancompetenties door het deelnemen aan activiteiten te stimuleren. Loopbaancompetenties hebben betrekking op:

Kwaliteitenreflectie: het vermogen je eigen kwaliteiten en unieke talenten die je benut als je leert en werkt, te ontdekken en waarderen (wat kan ik?):

Passende vragen bij deze competentie:

  • Wat was je laatste compliment?
  • Waarvoor had je een compliment verwacht?    
  • Waar ben je trots op?
  • Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
  • Welke eigenschappen heb je nodig om dit te kunnen?
  • Wat is voor jou nou echt belangrijk?
  • Welke ervaring (vakantie of baantje) had je nooit willen missen?

 

Motievenreflectie: het vermogen je eigen wensen en waarden die van sturend belang zijn als je leert en werkt, te ontdekken en waarderen (wat wil en waarom wil ik dat?);

Passende vragen bij deze competentie:

  • Waar kom jij je bed voor uit?
  • Waarvoor kom jij in beweging?
  • Waar wil je moeite voor doen?
  • Waar merk je aan dat jij het naar je zin hebt of niet?
  • Waar word jij boos over?
  • Waar word je blij van?
  • Wanneer voel jij je gerespecteerd?
  • Met wie breng je graag de tijd door?
  • Waar droom je van?
  • Waarvan ga jij stralen?
  • Waarin zou je willen uitblinken?

 

Studie- en beroep- of functie-exploratie: het vermogen om je persoonlijke mogelijkheden en uitdagingen in studie en werk te onderzoeken (waar kan ik dat doen?);

Passende vragen bij deze competentie:

  • Welke taken maken jou enthousiast?
  • Bij welke functie passen de taken die jij leuk vindt om te doen?
  • Wat kun je gebruiken om er achter te komen hoe dat werk/die studie er uitziet?
  • Wat wil je bereiken in je werk?
  • Wat verwacht je van je werk?
  • Wat wil je absoluut niet doen?
  • Hoe moet jouw studie er uitzien?     

 

Loopbaansturing: het vermogen om initiatief te nemen en in actie te komen als je je ambities wilt realiseren (hoe doe ik dat ?);

Passende vragen bij deze competentie:

  • Wat wil je de volgende week / over 10 weken bereikt hebben?
  • Wat is je eerste stap?
  • Wat heb je daarvoor nodig?
  • Waar heb je mij voor nodig, wat kan ik voor jou betekenen?
  • Welke stappen moeten er gezet worden?
  • Hoe kun je je kwaliteiten inzetten om je volgende (lastige) stap te zetten?
  • Wat heb je nodig om het wel te durven?
  • Hoe kun je begeleiding hierbij organiseren?

 

Netwerken: het vermogen contacten aan te gaan en te onderhouden om je ambities te realiseren(wie kan mij daar bij helpen?).

Passende vragen bij deze competentie:

  • Ken je iemand jou kan helpen bij je volgende stap?
  • Hoe kun je deze persoon benaderen?
  • Waar kun je iemand vinden die jou kan helpen?
  • Met wie heb je hier al over gesproken?
  • Wat voor persoon heb je nodig om jou te helpen?